Wat is kortademigheid:
Kortademigheid is een subjectief, complex en moeilijk te meten discomfort van de ademhaling. Deze ervaring van kortademigheid kan onaangenaam of stresserend zijn en deze sensaties variëren in intesiteit (Parshall AJRCCM 2012; Demoule ERJ 2024).
Tijdens inspanning is een bepaalde mate van kortademigheid normaal. De vraag is dus steeds of de ervaren kortademigheid nomaal is of abnormaal en dus buiten proportie. In rust kan kortademigheid zowel voorkomen bij gezonde mensen als bij mensen met een longdiagnose. Bij gezonden wordt dit gevoel van kortademigheid veroorzaakt door een disfunctioneel adempatroon of hyperventilatie.
Belangrijk om te onthouden is dat het gevoel van kortademigheid een belangrijke impact heeft op stress, angst en de emotionele toestand van een persoon. Dit effect van kortademigheid op stress, angst en de emotionele toestand zien we zowel in rust als tijdens inspanning en wedstrijden. Tijdens zware trainingen of tijdens wedstrijden zorgt kortademigheid ervoor dat een inspanning als zwaarder ervaren wordt (RPE). Door aan de ademhaling te werken kan kortademigheid verminderd worden waardoor stress afneemt, maar ook sport prestaties zullen verbeteren.
Omgekeerd zien we ook dat personen die meer stress hebben, zich minder goed in hun vel voelen of sporters die te veel stress ervaren voor of tijdens de wedstrijd meer last hebben van kortademigheid (von Leupoldt et al. 2010). Door te werken aan deze stress zien we dat kortademigheid vermindert en dat we op deze manier een effect hebben op levenskwaliteit, trainingen en sportprestaties. We werken aan stress en welbevinden door educatie te geven. Als mensen begrijpen waarom ze bepaalde klachten ervaren dan wordt er al een belangrijk deel van de stress weggenomen. Daarna geven we lichamelijke oefeningen in combinatie met een mentale training om stress en kortademigheid te verbeteren.
Kortademigheid bij inspanning:
Als we een inspanning leveren dan zal onze ademhaling zich aanpassen aan de metabole behoefte van het lichaam. Met andere woorden, onze ademhaling zal ervoor zorgen dat er voldoende zuurstof wordt aangeboden aan de werkende spieren. Daarnaast moet onze ademhaling ervoor zorgen dat er voldoende CO2 uit het lichaam geblazen wordt. Hoe harder onze spieren moeten werken hoe meer CO2 deze aanmaken. Onze longen zorgen ervoor dat de concentratie aan CO2 in ons lichaam onder alle omstandigheden constant blijft. CO2 of koolzuur wordt door de longen uitgeblazen waardoor ons lichaam niet verzuurt. Dus als ons lichaam harder moet werken dan wordt er meer CO2 aangemaakt en zullen de longen meer lucht moeten ventileren om voldoende koolzuurgas uit te blazen. Als onze longen harder werken voelen wij meer kortademigheid. Om te bekijken of de kortademigheid die we voelen normaal is of abnormaal is bestaan er een aantal manieren om de ademhaling te testen.
Kortademigheid is afhankelijk van de zwaarte van een inspanning maar daarnaast ook zeer sterk afhankelijk van de inspiratoire neurale drive (JolleyERJ 2015). Jolley neemt aan dat patiënten die last hebben van kortademigheid hun inspanningscapaciteit kunnen verbeteren door aan het adempatroon te werken (Jolley 2015)
In de studie van Jolley wordt aangetoond dat het gevoel van kortademigheid sterker samenhangt met de inspiratoire neurale drive dan met de hoeveelheid lucht die (l/min) door de longen geventileerd wordt. Jolley toont in haar studie ook aan dat de relatie tussen kortademigheid en hoeveelheid lucht die geventileerd wordt klein wordt op het moment dat de longen er niet meer in slagen om dieper in en uit te ademen (Jolley ERJ 2015).
In een andere studie van Migliaccio wordt aangetoond dat de ademfrequentie een complexe maar belangrijke impact heeft op sportprestaties. Ademfrequentie wordt los van het teugvolume gestuurd (Nicolo et al. 2017) maar volgt wel de diepte van de ademhaling. Met andere woorden, als we dieper in en uitademen neemt de ademfrequentie af en als we minder diep in en uitademen dan neemt de ademfrequentie toe. Dit is een belangrijke vaststelling omdat de ademfrequentie via het centraal zenuwstelsel bepaald hoe zwaar een inspanning aanvoelt. Elke sporter weet dat een inspanning zwaarder voelt als onze spieren meer melkzuur (lactaat) aanmaken. Ademfrequentie is nog nauwer verbonden met hoe zwaar een inspanning (RPE) ervaren wordt dan de concentratie lactaat in onze spieren (Nicolo et al. 2017).
Ademfrequentie bepaalt:
- Hoe zwaar een inspanning voelt
- Het gevoel van kortademigheid
- Hoeveel zuurstof er naar de spieren wordt getransporteerd.
- Hoeveel CO2 er uit het lichaam wordt geblazen.
- Bepaald de concentratie en de focus
- Impact op het autonoom zenuwstelsel: hartslag, bloedverdeling spieren, energie
Het optrainen van de ademhaling in rust en tijdens inspanning zorgt ervoor dat de ademfrequentie tijdens sportprestaties vermindert en de sporter dus beter kan presteren omdat bij een lagere ademfrequentie:
- De inspanning minder zwaar voelt
- Het gevoel van kortademigheid afneemt
- Er meer zuurstof naar de spieren getransporteerd wordt.
- De ideale concentratie CO2 wordt uitgeblazen.
- Focus en concentratie verbetert
- De werking van het autonoom zenuwstelsel bevorderd: lagere hartslag, betere doorbloeding van de spieren, meer energie

(Nicolo 2017)
Luchthonger, kortademigheid en hyperventilatie:
Luchthonger is het gevoel dat ervoor zorgt dat mensen regelmatig extra diep willen inademen. Dit kan zich voordoen in rust maar het kan ook uitgelokt worden tijdens inspanning. Dit gevoel zorgt ervoor dat we dieper gaan inademen dan eigenlijk nodig en eigenlijk chronisch gaan hyperventileren. Luchthonger en hyperventilatie heeft een erg belangrijke impact op onze ademmechanica en op ons lichaam. Men kan toegeven aan dit gevoel van luchthonger door regelmatig diep te zuchten, te geeuwen, te kuchen of te hoesten. Dus als we het gevoel hebben dat we regelmatig diep moeten zuchten of regelmatig moeten geeuwen dan is dit door het gevoel van luchthonger. Dit gevoel zorgt ervoor dat we meer gaan ademen dan eigenlijk voor ons metabolisme nodig is. Hierdoor ontstaat lichamelijke last die door artsen moeilijk kan geobjectiveerd of getest worden of medisch onverklaarbare klachten. Dit gevoel van luchthonger heeft een belangrijke impact op het gevoel van kortademigheid in rust en bij inspanning omdat de inademreserve afneemt. De inademreserve is heel nauw verbonden aan het gevoel van kortademigheid zowel in rust als bij inspanning. Luchthonger kan een erg nadelige invloed hebben op ons dagelijks leven en onze sportprestaties door de lichamelijke klachten, gevoel van kortademigheid en de impact op ons autonoom zenuwstelsel. Dit gevoel van luchthonger en chronische hyperventilatie is erg goed op te trainen door aangepaste adempatroon oefeningen, adempauze oefeningen in rust en tijdens inspanning, eind expiratoire adempauze sprint interval training, relaxatie en meditatie.
Kortademigheid en het nocebo effect:
Verwachtingen hebben een belangrijk effect op kortademigheid. Als iemand meer kortademigheid verwacht dan is de kans ook groot dat deze persoon ook meer kortademigheid voelt. Als iemand daarentegen minder kortademigheid verwacht dan is er een belangrijke kans dat hij ook minder kortademigheid voelt. Dit is het nocebo en placebo effect op kortademigheid (Vinckier et al. 2021). Het doorbreken van deze negatieve verwachtingen of met andere woorden, het werken aan het vertrouwen in het ademhalingssysteem is een belangrijk onderdeel van onze aanpak. Dit doen we door aangepaste ademhalingsoefeningen en een aangepaste mentale training.
Wat is placebo:
Een placebo is een product, een idee of overtuiging dat niet werkt en dus geen effect heeft. Het verkregen positieve effect ontstaat om wille van een persoon zijn verwachtingen of geconditioneerde ervaringen uit het verleden. (Szabo, A.) Het placebo en het nocebo effect weerspiegelen de kracht van de menselijke geest om aan bepaalde uitkomsten in de toekomst te werken. Deze mentale kracht werkt vaak in ons nadeel (nocebo), maar kan door training ook in ons voordeel ingezet worden (Szabo, A).
Wat is Nocebo:
Nocebo is het tegenovergestelde van een placebo. Hier wordt eveneens gebruik gemaakt van een niet werkend product, idee of overtuiging. Maar bij nocebo ontstaat er een negatief effect door de verwachting dat dit product een schadelijk effect zal hebben of door negatieve ervaringen uit het verleden.
Placebo in de geneeskunde:
Als farmaceutische firma’s het effect van een nieuw product of medicijn willen aantonen dan moeten ze de werking van dit product of medicijn kunnen aantonen ten opzichte van een placebo. Men weet dat een belangrijk aandeel van de mensen reageert op een placebo. De ene persoon blijkt er gevoeliger aan te zijn dan de andere.
Placebo in de sport:
Het placebo en het nocebo effect weerspiegelen de kracht van de menselijke geest om aan bepaalde uitkomsten in de toekomst te werken. Deze mentale kracht werkt vaak in ons nadeel (nocebo), maar kan door training ook in ons voordeel ingezet worden (Szabo, A).
Verwachtingen hebben een belangrijk effect op kortademigheid. Als iemand meer kortademigheid verwacht dan is de kans ook groot dat deze persoon ook meer kortademigheid voelt. Als iemand daarentegen minder kortademigheid verwacht dan is er een belangrijke kans dat hij ook minder kortademigheid voelt. Dit is het nocebo en placebo effect op kortademigheid . Dit effect vloeit voort uit eerdere onaangename ervaringen waardoor negatieve verwachtingen ontstaan. (Vinckier et al. 2021). Het doorbreken van deze negatieve verwachtingen of met andere woorden, het werken aan het vertrouwen in het ademhalingssysteem is een belangrijk onderdeel van onze aanpak.
Ook wetenschappelijk onderzoek in de sport toont een belangrijk placebo effect. Positieve verwachtingen of positieve overtuigingen zullen prestaties verbeteren. Vooral het placebo effect op voeding en supplementen blijkt groot(Chhabra 2024). Bij gewichtheffers werd zelfs een effect tot 23,8% gemeten (Duncan 2009) op cafeïne placebo. Bij wielrenners werd een effect gevonden van 8% op de overtuiging dat de renner lucht met extra zuurstof kreeg toegediend. Er werd ook een duidelijk placebo effect aangetoond als het gaat over materiaal of verzorgingsproducten. Daarnaast is de overtuiging dat de sporter in goede vorm verkeerd uiteraard ook een belangrijke placebo!
Nocebo in de sport:
De overtuiging dat er iets mis is met de ademhaling of met een ander deel van het lichaam welke de goede training of de goede sportprestaties in de weg staan heeft een zeer belangrijke impact op de prestaties van de sporter. Studies tonen aan dat het nocebo effect bij sporters bijna dubbel zo groot is als het placebo effect (Chhabra 2024).
Een nocebo effect in de sport betekent dat sportprestaties verminderen door negatieve verwachtingen of negatieve overtuigingen. (Chhabra 2024). Zo werd er een effect gevonden van 22% tot zelfs 49% op de overtuiging dat de sporter schadelijke voedingsstoffen had ingenomen (McLemore et al. 2020).
In onze training leren we de impact van placebo en nocebo kennen en we leren door mentale training de kracht van menselijke geest in ons voordeel te gebruiken. Als het gaat over een sporter met last van de ademhaling dan worden ademhalingsoefeningen om kortademigheid aan te pakken gecombineerd met mentale training. Deze mentale training bestaat deels uit lichamelijke oefeningen deels uit een mentale training.
Testen om kortademigheid te evalueren in rust of tijdens inspanning:
Rust:
- Observatie
- Longfunctie
- Vragenlijsten: Nijmeegse vragenlijst hyperventilatie
- Uitadempauze test
Inspanning:
- CPET
- Ademfrequentie
- Repeated sprint interval protocol

(Nicola A Hanania et all. 2019)